2020: bijzonder jaar, crisisjaar, maar ook een leerzaam jaar.
Een crisis laat zien wat echt belangrijk is.
Dat zagen we, als voorbeeld uit een heel andere context afgelopen weekend op het voetbalveld. Toen voetballer Christian Eriksen ter aarde stortte en moest vechten voor zijn leven. De coach stamelt in tranen voor de camera: ‘Waar het echt om gaat in het leven, dat zijn betekenisvolle relaties. In dat licht is voetbal maar zinloos.’ Ik ben benieuwd of we dat onthouden als straks de voetbalgekte losbarst. En dan heb ik het niet alleen over het EK, maar ook over de discussie rondom FeyenoordCity.
Na zo’n lange periode van lockdown verlangen we allemaal weer naar ontmoeting, betekenisvolle relaties van dichtbij ervaren. Als we elkaar niet ontmoeten dan gaan tegenstellingen zich verdiepen, dan verschraald het debat, en posities drijven uit elkaar. Het is zaak om juist in deze tijd ons te beheersen in onze kwalificaties. Laten we niet al te grote woorden gebruiken en een beetje mild zijn voor elkaar. Ben benieuwd of we dat onthouden bij het eerste de beste interpellatiedebat in deze zaal.
Voorzitter, naar aanleiding van jaarstukken en de bespreking in de commissies een aantal punten van mijn kant:
Door de cijfers van de jaarrekening heen is er het verhaal van banenverlies, toenemende armoede, schulden, jongeren die stil komen te staan. En toenemend drugsgebruik dat helaas nog steeds ruim verkrijgbaar is.
Maar wat we lezen geeft ook reden tot dankbaarheid. Voor de mensen die een verschil hebben gemaakt. De mensen in de zorg, de politie, de GGD, stadsbeheer. Het zijn ook juist de mensen die veel agressie naar hun hoofd kregen, maar zij verdienen onze waardering. Laat onze steun en waardering op de voorgrond blijven staan, ook als de crisis langzamerhand naar de achtergrond verdwijnt.
Ik wil in dat rijtje van mensen die een verschil maken ook de ambtenaren van Rotterdam niet onbenoemd laten. Ook zij hebben op allerlei manieren creatief nieuwe wegen gevonden om in deze tijd het beleid zoveel mogelijk te blijven uitvoeren. Daarin wil ik drie groepen heel specifiek noemen.
De ambtenaren die het toch maar weer hebben gefikst, dat de jaarstukken op tijd zijn geleverd en de toets van de accountant hebben kunnen doorstaan. En niet alleen die van de accountant, maar zelfs die van de COR. (Dank ook aan mijn collega’s die als onbezoldigde COR-leden een uitstekend rapport hebben opgeleverd met concrete aanbevelingen.)
De ambtenaren die in corona-tijd de maatschappelijke opvang moesten realiseren. Er moest extra opvang komen. En dat is gelukt, op zo’n manier dat de opvang ook na de crisis beter is geworden. ‘Never waste a good crisis’ was hier zeker van toepassing.
En als derde de ambtenaren die uitvoering hebben gegeven aan die ad-hoc regelingen die vanuit Den Haag over de gemeente uit zijn gestort. Als ik dan lees dat de TOZO-regeling, als voorbeeld daarvan, niet alleen is opgetuigd maar de accountant geen onrechtmatigheden daarin heeft gevonden dan verdient ook dat een diepe buiging.
Veel doelen zijn niet gehaald door corona. Maar sommige doelen zijn wel gehaald dankzij corona. En dan denk ik aan de doelen rondom de schone lucht. Super belangrijk en heel goed nieuws voor alle Rotterdammers. Maar we maken ons wel zorgen. Wat gaat er gebeuren als we met velen weer terug gaan naar normaal, alsof er geen crisis is geweest. Vraag aan wethouder Bonte is dan ook welke aanvullende maatregelen hij nu gaat nemen om tegen de toenemende vervuiling in deze goede lijn vast te houden.
Nog even over het COR-rapport en dan met name de aanbeveling 9, over het realistisch begroten van de kosten en baten in het sociaal domein. Ik snap dat deze aanbeveling is opgenomen. Maar wil ook gezegd hebben dat we juist als college en raad samen een enorme stap hebben gezet om realistisch te begroten. De stijgende kosten niet langer zien als een boeggolf die voorbij gaat maar structureel inboeken. Zorgkosten moeten betaald worden, altijd. Daarom hebben we ook een buffer in de vorm van een bestemmingsreserve. Deze was 34,5 miljoen en is met 2 miljoen gedaald. Als leek heb ik geen idee of dit een adequate omvang is. Hebben we de risico’s hiermee goed afgedekt, is dit een goede omvang van de reserve, bijvoorbeeld in vergelijking met andere steden of wellicht is hier een norm voor. Dat is nog mijn resterende vraag die overblijft na de aanvullende informatie die we op onze vragen uit de commissie mochten krijgen.
Veel groepen zijn in deze crisis gesteund. Ondernemers, horeca, jongeren, mensen in cultuur en sport ,noem maar op. Voor 1 groep wil ik speciaal aandacht vragen.
De nieuwe Rotterdammers.
De mensen die als vluchteling een status kregen en een toekomst in Rotterdam. Integreren in een druk en individualistisch land als Nederland is al moeilijk. Integreren in een land in lockdown is nog veel moeilijker. We zien dan ook uit naar steunmaatregelen voor deze groep, extra budget, extra bestuurlijke creativiteit om deze groep de komende tijd te ondersteunen. Want daar heb ik in het afgelopen jaar te weinig van gezien. Ik hoor graag van de wethouder wat hij voor deze groep in petto heeft, zeker nu de nieuwe wet inburgering op zich laat wachten.
Tenslotte,
Rotterdam komt sterker uit de crisis. Niet alleen vanwege al die financiële steun. Maar vooral vanwege de onderlinge solidariteit, de energie en betrokkenheid in onze samenleving. Juist in crisisjaar 2020 kwam het rapport uit waaruit nog maar eens de maatschappelijke meerwaarde van levensbeschouwelijke organisaties werd becijferd. Al die vrijwilligers, al die positieve energie. In euro’s meer dan 200 miljoen euro per jaar, maar dan gratis. Staat dus niet in de jaarrekening. Die humuslaag geeft de stad leven, het geeft de stad hoop. We komen sterker uit de crisis. Het is niet de overheid, het is niet de markt. Het is de samenleving.